Dionisius Jan Swagemakers, en Maria Swagemakers cedunt aan Johannes Dionisius Zwagemakers een halff huijs aan den oostenkant, scheijdende op de graat van de schouw, tusschen deeze ende wederhelft ten westen, met omtrent vijfendertig roeden hofland, staande en gelegen alhier aan de Hasselt, inde Korte Straat, aldaar oost en west de straat, zuijd Jan Vromans en noord de weduwe Dionisius Swagemakers, belast met twee stuijvers tien penningen chijns jaarlijks aan D.J. van Hogendorp alhier, voorts los en vrij, uijtgenoomen wegen, stegen etc. ende hebben etc. gelovende etc. en allen verhoolen commer etc. pro ut in forma.
De transportanten verklaren dat voors. halff huijs etc. geen Leen.