Menu

Akten Schepenbank Tilburg

Akte R-1802-14-8218-5

Jan Jacobus Vromans, wonende alhier, cedit aan Hendrik Cornelis van Pelt, mede alhier woonagtig, eene huijzinge, bestaande in een keuken, kamer en agterhuijs, met aangelegen acker- en weiland, groot zeeven loopensaten, ofte daar omtrent, scheidende op den halve sloot tusschen d'erve van den koper en verkoper leggende, gestaan en gelegen alhier te Tilborg, ter plaatze de Hasselt, aldaar aan 't Craijven, oost de straat, west en zuijd Jan de Cocq en noord den verkoper,
Belast met vier gulden vijff stuijvers pagt jaarlijx, aan den H: Geest Armen van Tilborg, en met eene stuijver chijns s'jaars, aan de Gezwoorens alhier, voorts los en vrij, uitgenomen weegen, steegen etc., ende heeft etc., gelovende etc., en allen verholen commer etc., pro ut in forma,
Aan te vaarden, de huijzinge en hoff, te halff april 1803, en het land en weijde te St. Marten van dezen jare 1802, gereserveert ten behoeve van den verkoper, den vrije wegt, als van ouds, over den karwegt over de erve in dezen koop loopenden,
Actum Tilborgh den negenen twintigsten september 1800 en twee.

Kooppenn: 1050 gulden, waar op bij de vest is betaald 50 gulden, en de resteerende 1000 gulden, op heede voldaan bij custingh.

Hendrik Cornelis van Pelt, wonende alhier, bekend op verband van eene huijzinge, bestaande in keuken, kamer en agterhuijs, met aangelegen acker- en weiland, groot zeven loop:, ofte daar omtrent, gestaan en gelegen alhier te Tilborg, ter plaatze de Hasselt, aldaar aan 't Craijven, oost de straat, west en zuijd Jan de Cocq en noord den verkoper, hem op heden aangevest, wel en deugdelijk schuldig te zijn, aan Jan Jacobus Vromans, mede alhier woonachtigh, eene somme van een duizend guldens, spruijtende ter zaake en perresto des koops van voors: huijsinge en aangelegen acker en weilanden, gelovende voors: capitaele somme van duijzend guldens, aan voorn. crediteur of den wettigen houder dezes te zullen voldoen opleggen en betalen, ten simpelen vermane, met den intrest van dien tot drie gulden tien stuijvers procento s'jaars, waar van het eerste jaar intrest verscheinen zal en betaaldt moeten worden heden dato dezes over een jaar, en zo voorts van jaar tot jaar continueerende tot de volle voldoeninge en aflossinge van voors: capitaele somme toe,
En zal het voors. capitaal binnen den tijd van de tien eerstkomende jaaren niet mogen worden afgelost nog opgeeijst, zullende het aan den debiteur vrijstaan, het zelve na verloop van voors. termijn van tien jaaren, t'elkens afte lossen met tweehondert gulden, dog niet minder, en zullen als dan partijen nog gehouden zijn, ingevalle van repetitie of aflossing vant heel capitaal, elkanderen drie maanden te vooren op of aanzegginge te doen respective;
Aldus gedaan ende gepasseert voor ende ten overstaan van etc. die etc.
Actum den negen en twintigsten september 1800 en twee.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832