Wij ondergeteekende Hendricus en Anthonij van
Pelt, verklaaren met den anderen aangegaan ende gemaakt te hebben, de
naarvolgende erffscheijdinge en deiling der goederen ons aangekomen van
onze ouders Cornelis van Pelt en Ida Leijten, en bij transport voor
schepenen alhier, van de kinderen en erfgenamen van Jan Scheerders, in
dato 19 november 1792, respective,
Overmits dewelke, zoo is Hendricus
Cornelis van Pelt, te deel bevallen, en zal dienvolgens voor zijne portie,
hebben, behouden en in wettigen eijgendom erffelijk blijven
possideeren,
Een huijs, hoff en een parceeltje land agter den hoff, aan
elkanderen gelegen alhier te Tilborg, ter plaatze het Craaijven, groot te
zamen drien en een halff loop, ofte daar omtrent, aldaar oost Norbart
Pijnenborg, west de weduwe Jacobus van Groenendaal, zuid de straat en
noord den H: Geest Armen alhier,
Doende in d'ordinaire verponding 1 - 4
- 8.
En een parceel uitgesteeke putten, groot drie loop, ofte daar
omtrent, gelegen als voor ter plaatze in de Oude Nieuwe Velden, de
reengenoten onbekend.
Te zamen belast, met eene Schepene gelofte, groot
in capitaal vier hondert gulden, a 3 1/2 prct, ten behoeve van Adriaan
Peter Hensen, gepasseert voor schepenen alhier, den ... 17.., die den
condivident van dit lot bij het passeeren dezer heeft verklaard ten zijnen
lasten te nemen met den intrest van dien ingegaan meij deezes jaars
1803.
Overmits dewelke, zoo is Anthonij Cornelis van Pelt, te deel
bevallen, en zal dienvolgens voor zijne portie hebben, behouden en in
wettigen eijgendom erffelijk blijven possideeren,
Een huijs, hoff en
aangeleegen weide, groot vier loop, ofte daar omtrent, gestaan en gelegen
alhier te Tilborg, ter plaatze de Stockhasselt, oost de kinderen
Christiaan Momboirs, west Francis van Iersel, zuijd de straat, en noord
Norbart Vermeer,
Belast met twee duijten chijns jaarlijx, aan de
Gezwoorens alhier,
Doende in verponding 4 - 14 - 14.
Item nog belast
met eene somme van twee hondert en vijftig gulden, ter zaake des coops van
voors. huijs en hoff, aan Embregt Willem Horsten en Simon Jan Scheerders,
te zaamen en ider voor de geregte helfte, ingevolge transport dato in 't
hoofd dezes vermeld, welke somme den condivident van dit lot, bij het
passeeren dezes verclaarde ten zijnen lasten te neemen,
Voorts is
tusschen ons ondergeteekende condividenten geconditioneert en
ondersprooken, dat elk van ons zijn aan bedeelde zal aanvaarden van
stonden aan, metde lasten, pagten en chijnse van den jaare1804.
Aldus
bij ons ondergeteekende, ten onzen volkomen genoegen gescheiden en gedeeld
de goederen ons als voors. aangekomen en in gemeenschap gecompeteert
hebbende, belovende makanderen des weegens om geen andere scheijding en
deiling moeijelijk te zullen vallen; en voorts te zullen onderhouden alle
weegen, steegen, schouwen, waterlaten, en alle andere nabuurlijke regten
't welk d'een of d'anders parceel van ouds zoude mogen subject weezen,
ende hebben daar op d'een tot des anders behoeve volkomentlijk
verteegen ende gerenuntieert inne maniere daar toe behoorlijk en
gewoonlijk zijnde, gelovende deze deijling altijd te zullen houden en doen
houden voor goed, vast, bondig en van waarden, zonder eenig wederzeggen,
en allen verholen commer, calangie, ofte aantaal hier inne weezende ofte
naarmaals komende, elkanderen te zullen helpen afdragen t'eene maal,
zonder arg ofte list.
En is verder tusschen ons condividenten
geconditioneert en afgesprooken, dat deeze onze deijling ten comptoire van
den notaris Izaac Bles, resideerende binnen Tilborg, zal worden overgelegt
en aldaar blijven berusten om bij den gemelden notaris daar uit gemaakt
ende gedepecheert te worden, alle zulke behoorlijke copien, voor zoo veel
iders lot betreft, als ingevolge d'ordonantie van het klein zegel word
gerequireert, waar toe wij hem niet alleen maar ook tot het uitleveren van
copien aan die geenen die in't vervolg van tijd daartoe zoude geregtigd
zijn of kunnen worden authoriseeren bij deezen.
Tot preciese
naarkominge van allen 't geene voors., zooo verbinden wij ondergeteekende
condividenten onze perzoonen ende goederen, preesent en toekomende, geene
uitgezondert, dezelve stellende ten bedwange en subjectie als na
regten.
T'oirconde hebben wij deeze onze deijling alzoo gesloten binnen
Tilborg, ter preesentie van Alexander de Kuijper en Pieter Gerard
Molengraaff beide wonende alhier, als getuijgens daar toe verzogt, heden
den veertienden junij 1800 drie.