Voor Pieter Gerard Molengraaff openbaar notaris residerende te Tilburg, hoofdplaats van het kanton, arrondissement van s' Hertogenbosch, provincie Braband, in tegenwoordigheid van de nagenoemde getuigen:
Compareerde Lucia Peijnenborg, weduwe van wijlen Martinus Noijens, landbouwerse, wonende te Tilburg aan de Hasselt, dewelke bij deze tegenswoordige acte, onder vrijwaring van evictie, hijpotheken en alle andere hindernissen of storingen hoe ook genaamd, heeft verkogt, opgedragen en overgegeven aan Hendrik Staps, baardscheerder, mede wonende te Tilburg, aan de wijk Hasselt, ten deze present en accepterende verkrijger voor hem, zijne erfgenaamen en regtverkrijgende,
Een leemen huisje met schop, hof en erve, staande en gelegen te Tilburg, aan de Hasselt, gequoteerd litt. F no. 472, groot twintig roeden of daaromtrend, zonder waarborg der juiste maat, belend oost de straat, noord de verkoperse, scheidende aldaar op het midden van een weg, welke weg gemeen is en blijft tusschen den koper en de verkoperse, met haare voorschreeve erve ten noorden, west de zelve en zuid de weduwe Norbart Brokken, met het regt van waterhalen in de put staande op de erve van de verkoperse, de verkoperse heeft ten haaren behoeven gereserveerd de opgaande boomen, geen fruitboomen zijnde, op deze erve staande, om daar van te ruijmen voor primo april agttien honderd vijftien, voords zoo, en in dien staat als het verkogte huisje, schop, hof en erve, zich thans bevind, zonder daar verder iets van uit te zonderen of te reserveren, verklarende de koper het zelve wel te kennen, er mede te vreede te zijn, en er geen ampeler beschrijving van te verlangen,
De koper zal het bij deze gekogte goed in eigendom aanvaarden op heden, echter niet in het gebruik daar van kunnen treden of het genot daar van hebben, dan te half april des jaars agttien honderd vijftien,
Deze verkopese aangekomen als erfgenaame van wijlen voornoemde Martinus Nooijens, haar man, overleden te Tilburg den zeven en twintigsten december agttien honderd en dertien, volgens zijn testament, gepasseerd voor mij notaris den dertigsten october agttien honderd dertien, behoorlijk geregistreerd,
Zijnde deze verkoping geschied ten aanzien van den koper, onder de navolgende bepalingen, waar toe hij zich verbind, 1. om te zullen betalen de regten en kosten, dewelke wegens dit contract zullen zijn verschuld, 2. om te zullen betalen de grondlasten en alle anderen van welken aard die zoude mogen wezen, waar mede het verkogte goed is, of zal worden belast, te rekenen van den eersten januarij agttien honderd en vijftien,
Daar en boven is deze verkoping geschied om en voor eene somme van een honderd en vijftig gulden, dewelke de verkoperse erkend ontvangen te hebben, waar voor zij hem quiteerd bij deze,
Van al het welk deze acte is opgemaakt en aan de comparanten voorgelezen,
Gedaan en gepasseerd te Tilburg ten kantoore van den ondergetekende notaris, den zeven en twintigsten julij agttien honderd en veertien, in tegenwoordigheid van Antonij Tieleman van Oerle looijer en Johannes Broeders horlogiemaker, als getuigens en wonende beide te Tilburg, die met mij notaris na gedane voorlezing hebben getekend, maar niet de comparanten, als hebbende beide op onze daar toe gedaane aanvraag verklaard, niet te kunnen schrijven noch tekenen.