Compareerde voor mij Pieter Gerard Molengraaff openbaar
notaris, residerende te Tilburg hoofdplaats van het kanton, arrondissement van
s'Hertogenbosch, provincie Noord Braband; in tegenwoordigheid van de nagenoemde en ondergetekende getuigen.
Hendrik Willemsen,
landbouwer, Anna Maria Willemsen, huisvrouw van Theodorus van Beek, landbouwer,
door voornoemde haar man ook comparant geassisteerd en tot het navolgende
geauthoriseerd; Johanna Willemsen huisvrouw van Johannes de Koning, landbouwer,
door voornoemde haar man ook comparant geassisteerd en tot het navolgende
geauthoriseerd, Francis Willemsen, droogscheerder en Barbara Willemsen,
huisvrouw van Pieter de Bekker, wever, door voornoemde haar man ook comparant
geassisteerd en tot het navolgende geauthoriseerd; zijnde voornoemde comparanten
allen te Tilburg woonagtig, met uitzondering van Theodorus van Beek en Anna
Maria Willemsen, zijne huisvrouw, te Loon op Zant.
Te
kennen gevende: dat zij willen verdelen, de onroerende goederen hun aangekomen
ieder voor een vijfde gedeelte, bij successie van wijlen Justinus Willemsen en
Maria Jacobs hunne ouders, waarvan voornoemde Justinus Willemsen hun vader de
langstlevende is geweest, zijnde deze overleden te Tilburg den vijftienden
april achttien honderd negentien.
Diensvolgens hebben
partheijen zelve inder minne en met onderling genoegen gedaan de schatting dier
goederen, alvoorens zij mede met onderling genoegen en toestemming daar van
hebben gemaakt vijf portien of loten, hier na beschreeven volgende, te
weeten:
Eerste lot.
1. Een huisje, hof en erve groot te zamen omtrent drie
lopensen, gequoteerd No. 881 staande en gelegen te Tilburg aldaar aan den Oosten
Heikant, belendende oost en noord een waterlaat, west de straat, en zuid
mejuffrouw Vissers getauxeerd op twee honderd vijf en twintig gulden, zegge ... f 225-00.
2. Een parceel schaarbosch, gelegen te Tilburg
aan de Stokhasselt, groot omtrent vijf lopensen, belend oost den Armen, west de
gemeente, zuid de erve Wouterus Mutzaerts en noord Jan Baptist van Riel,
getauxeerd op honderd vijftig gulden. Zegge ... f
150-00.
3. Een parceel turfveld, groot omtrent twee lopensen,
gelegen te Tilburg aan de Oude Leij die er in't midden door loopt, strekkende
ten zuijden en noorden aan de gemeente, getauxeerd op vijf en twintig gulden
zegge ... f 25-00.
Totaal van het eerste lot vier honderd
guldens, zegge
... f 400-00.
Tweede lot.
Een huis, hof en erve met
weide groot vier lopensen of daaromtrent, staande en gelegen te Tilburg
wijk Stokhasselt gequoteerd No. 642, belend oost de straat, west de erve Adriaan
van Spaandonk, zuid de straat en noord de weduwe Wouterus Mutzaerts, getauxeerd
op vier honderd gulden, zijnde het totaal van t tweede lot, zegge ... f
400-00.
Derde lot.
Een parceel akkkerland, groot omtrent vijf lopensen gelegen
te Tilburg wijk Stokhasselt, aldaar aan de Postelstraat, belendende oost en zuid
Jan Baptist van Riel, west de straat en noord Godefridus Vermeer, getauxeerd op
vier honderd gulden, zijnde het totaal van het derde lot, zegge ... f 400-00.
Vierde lot.
1. Een parceel akkerland, groot omtrent twee en een half
lopensen, gelegen te Tilburg aan de Postelstraat, belendende oost en noord de
weduwe Adriaan Voskens, west de straat en zuid Jan Baptist van Riel, getauxeerd
op twee honderd
vijftig gulden dus ... f 250-00.
2. Een
parceel akkerland, groot omtrent een en een half lopensen, gelgen als voor ter
plaatse voorschreeven, belend oost Christiaan Mommers, west de kinderen Jan Baptist Vermeer, zuid
Godefridus Vermeer en noord de straat; getauxeerd op honderd vijf en veertig
gulden, dus ... f 145-00.
en 3.
Een parceeltje heide of turfveld, groot omtrent een half lopensen, gelegen onder
Tilburg in Jacobshoek, strekkende aan de eene zijde aan Jan Mijnaars, aan't een
einde de Leij en aan het andere einde de Landscheiding, getauxeerd op vijf
gulden, dus ... f 5-00.
Totaal
van het vierde lot, vier honderd guldens, zegge ... f 400-00.
Vijfde
lot.
Een parceel zoo teel als
weiland, groot omtrent vijff lopensen, gelegen te Tilburg aan de Postelstraat,
belend oost Lambert van Haaren, west en zuid de straat en noord de erve Wouterus
Mutzaerts, getauxeerd op vier honderd gulden, zijnde het totaal van het vijfde lot, zegge f
400-00.
De loten of
aandelen aldus gemaakt zijnde, zijn partheijen onderling overeengekomen, dat
Hendrik Willemsen, voor zijn aandeel zal hebben, de goederen begreepen in het eerste lot.
Anna Maria Willemsen, huisvrouw van Theodorus
van Beek, de goederen begreepen in het tweede
lot.
Johanna Willemsen, huisvrouw van Johannes de Koning, de goederen begrepen in het derde
lot.
Francis Willemsen, de goederen begrepen in het vierde lot. en
Barbara
Willemsen, huisvrouw van Pieter de Bekker, de goederen begrepen
in het vijfde lot.
En zullen voornoemde deelgenoten voortaan, over de
goederen hun bij dezen toe en aanbedeeld na welgevallen kunnen beschikken, als
van goed hun in vollen eigendom toebehorende, evenwel zal ieder van zijne portie
afzonderlijk, niet in het gebruik treden, noch de revenuen genieten dan te
rekenen als volgd, te weeten; ten aanzien der huizen, hoven en aangelagen van
half april des jaars achttien honderd een en twintig der akkerlanden van oogst
des zelven jaars en van de weide te St. Marten te vooren, en dus niet dan na
verloop van den tijd, waarvoor de verdeelde goederen tans in huur en gebruik
zijnde, zullende de revenuen tot die tijd toe onderling worden verdeeld en
genoten; de grond en andere lasten daar op staande door hun gezamentlijk worden
gedragen en betaald, tot en met het jaar achttien honderd een en twintig in
cluijs, en voords ieder van het zijne; hebbende den mede deelgenoot Hendrik
Willemsen, dewelke gemelde gronden tans in gebruik heeft, aangenomen en beloofd,
dezelve op gemelde tijde in goeden staat te zullen verlaten en geene weide tot
teelland of teelland tot weide te zullen maken, noch door vlaggen of anderzins
schade daar aan toe te brengen.
Voords hebben zij
elkander weerkerig gevrijwaard en hun verantwoordelijk gesteld, wegens de
evictie, die iemand hunner in zijn aanbedeelde zoude kunnen ondervinden, mits
dezelve niet voortspruite uit een oorzaak dewelke na de tegenswoordige deeling
is opgekomen.
Waarvan acte: Gedaan en gepasseerd te
Tilburg ten kantore van mij notaris, den vijfden november des jaars een duizend
achthonderd en negentien in tegenwoordigheid van Adriaan van den Houdt,
katoendrukker en Antonius van Woerkom messenmaker, als getuigen en wonende
beide te Tilburg, die deze minute benevens Peter de Bekker en mij
notaris na voorlezing hebben getekend, maar niet de overige comparanten, dewelke
allen heben verklaard niet te kunnen schrijven noch hunnen naam
tekenen.