Compareerde voor
mij Pieter Gerard Molengraaff, openbaar notaris, residerende te Tilburg,
hoofdplaats van het kanton arrondissement van 's Hertogenbosch, provincie Noord
Braband;
in bijwezen van de nagenoemde en ondergetekende getuigen:
Daniel Verriel, Landbouwer, Jacobus Verriel, landbouwer en
Adriaan van Bavel, landbouwer, als in huwelijk hebbende Willemijn Verriel, en
dezelve Willemijn Verriel, uit eigen hoofde, door voornoemde haaren man
geassisteerd en tot het navolgende geauthoriseerd, allen wonende te
Tilburg.
Dewelke bij deze tegenwoordige akte, onder belofte van vrijwaring
van evictie, hijpotheken en alle andere hindernissen of storingen, gezamentlijk
hebben verkogt, afgestaan, opgedragen en overgegeven aan Wouterus Adriaan
Mutsaars, landbouwer, wonende te Tilburg, hier bij tegenwoordig en accepterende
kooper voor zich zelve, zijne
erfgenamen en regtverkrijgende.
1. Een huis, schuur, schop, hof met aagelegen teel en
weiland, gequoteerd Litt. D No. 453 staande en gelegen te Tilburg aan de Hoeven,
groot te zamen omtrent een buunder, zeven roeden agt en vijftig ellen, /: zes en
een half lopensen :/ belend oost Gerardina Peijnenborg, west de weduwe Willem
Oomen, zuid de straat en noord Cornelis Vromans. Belast met drie cents /: vijf
duiten :/ chijns 's jaars, aan den heer Graaff van Hogendorp alhier.
2. Een parceel zo teulland, als weide, gelegen onder
Tilburg, groot omtrent een en veertig roeden zeven en dertig ellen /: twee en
een half lopensen :/ belend oost de weduwe Norbart Schoffers, west Wilhelmus
Leijten, zuid de straat en noord de heer
Bosschaert.
Zijnde belast met drie gulden twaalf en een halve cents 's
jaars aan den Armen van Tilburg.
3. Een parceel teulland,
genaamd de Bokhamer, gelegen te Tilburg aan de Hoeven, groot omtrent een en
veertig roeden zeven en dertig ellen /: twee en een half lopensen :/ belend oost
Catharina van Gorp, west Hendrik Zebregs, zuid een weg en noord een
straatje, en
4. Een parceel zo teulland als weide, gelegen als voor
te Tilburg aan de Hoeven, groot omtrent vier en twintig roeden twee en tagtig
ellen, /: een en een half lopensen :/, belend oost de weduwe Willem van
Summeren, west Cornelis Jacobs, zuid de straat en noord Theodorus Smarius; zoo
en in dien staat als al het zelve goed zich tans bevind, uitstrekt en gelegen
is, zonder iets daar van uittezonderen of te reserveren, verklarende de kooper
het zelve wel te kennen, daar mede tevreden te zijn, en er geene naauwkeuriger
omschrijving of aanduiding
vante verlangen.
De verkoopers
zijn eigenaren van de bij deze verkogte goederen, als hun zijnde aangekomen bij
successie van henne ouders en schoonouders wijlen Ludovicus Verriel en Maria
Anna Smulders beide gewoond hebbende, en te Tilburg overleden, eerstgenoemde in
het jaar 1700 vier en negentig, en laatstgenoemde den zestienden januarij des
jaars
1800 een en twintig.
Om door den kooper in eigendom
te worden aanvaard te rekenen van heden, echter zal hij daar van niet in het
gebruik kunnen treden, dan ten aanzien van het huis en hof met de weiden en twee
lopensen ledig land te half april agttien honderd twee en twintig, en het
overige teulland, te oogst des zelven jaars agttien honderd twee en twintig, aan de
bloote stoppelen;
zullende de kooper genieten, de
huur of pagt van het akkerland, tot zes en dertig vaten rogge en vier vaten boekweit, als dan
vervallende.
Zijnde deze tegenwoordige
verkooping geschied, onder de navolgende conditien, ten lasten van den kooper
waar toe deze zich
verbind.
1. Om te betalen, de regten
en kosten waartoe deze aanleiding
geeft.
2. Om te betalen
de verponding en alle andere publieke belastingen, uit de bij deze verkogte
goederen verschuld zijnde of wordende, te rekenen van den eersten januarij agttien honderd twee en
twintig.
3. Om te dragen alle
nadelige servituten, waar mede het bij deze verkogte mogt zijn belast, niet te
min kan hij zich daar tegen verzetten en alle voordelige op de nabuurige erven doen gelden.
En daar en boven voor den koopprijs en som
van acht honderd gulden, waar op de verkoopers erkennen, reeds voor het
passeeren dezes uit handen van den kooper in vermindering goed te hebben
ontvangen vijf honderd gulden, waar voor in zo verre kwitantie geven bij deze;
en hebben de verkoopers de kooper gelast, welke laatste zulks heeft aangenomen,
om de overige drie honderd guldens te zullen betalen, aan Johanna van Gestel,
zonder beroep, wonende binnen deze stad, als erfgename van wijlen Peter Bastiaan
van Gestel, haaren vader, in voldoening, aflossing en kwijting eener obligatie,
groot in kapitaal gelijke som, gepasseerd door wijlen Jan Adriaan Smulders
en Ludovicus Verriel, der comparanten verkoopers vader en grootvader, solidaire
debiteurs; ten behoeve van voornoemde Peter Bastiaan van Gestel, voor den
notaris Cornelis Bles en getuigen te Tilburg, den een en twintigsten januarij
zeventien honderd een en zeventig; ten welken einde de comparanten verkoopers de nodige delegatie doen bij deze.
Tot de uitvoering dezes
hebben parthijen domicilie gekozen, ten hunnen woonhuizen
binnen deze stad.
Waar van akte.
Gedaan en gepasseerd
te Tilburg ten kantore van mij notaris den elfden meij des jaars achttien
honderd een en twintig, in bijwezen van de heer Willem Carel Mommers raad deze
stad, en Adriaan van den Houdt, katoendrukker als getuigen, beide wonende te
Tilburg, die deze minute benevens de koper en Adriaan van Bavel met mij notaris
na voorlezing hebben getekend, maar niet de overige comparanten dewelke allen
hebben verklaard niet te kunnen schrijven, noch hunnen
naam teckenen.