Compareerde voor mij Johan Adriaan van Meurs openbaar
notaris residerende te Tilburg hoofdplaats van het kanton, arrondissement van 's
Hertogenbosch Provincie Noord Braband, in tegenwoordigheid van de nagenoemde getuigen.
De heer Michiel van Liemdt rentenier en grondeigenaar wonende te Tilburg.
Dewelke bij deze
tegenwoordige acte, onder belofte van vrijwaring van evictie, hijpotheken,
substitutien en alle andere hoegenaamde beletselen, heeft verkogt, afgestaan
opgedragen en overgegeven, aan Maria Momboirs weduwe van Adriaan Peijnenborg
rentenierse en grondeigenaresse mede te Tilburg woonachtig, hierbij
tegenwoordig en accepterende, koopersse voor haar zelve, hare erfgenamen of
recht verkrijgenden.
Een huis thans gebruikt wordende
tot twee woningen, met schop hof en erve groot omtrend vier roeden dertig ellen
nederlandsche maat /: dertien roeden oude Bossche maat :/ staande en gelegen te
Tilburg aan de wijk Westheijkant ter plaatse genaamd het Goirke, gequoteerd L H
No. 659 en belend oost Cornelis van Dijk, zuid de straat, west de kinderen
Wilhelmus van Asten en desselver wedue thans huisvrouw van Theodorus van Bebber
en noord Jacobus de Greeff.
Zoo en in dier voegen als
gemelde huis met schop hof en erve zich bevind, gestaan en gelegen is, en met
alle zoodanige voor en nadelige servituten als alhetzelve is hebbende, zonder
daarvan iets uittezonderen of te reserveeren, verklarende de vrouwe verkrijgster
daaraan voldoende bekend te zijn, zich daarmede te vreden te houden, en daarvan
geene nadere aanduiding of omschrijving te begeeren.
Om
door gemelde verkrijgster daar mede te kunnen doen en handelen als met goed haar
in vollen eigendom toebehorende, en even als den verkooper het recht had, te
rekenen van stonden aan, edoch zal dezelve daarvan niet in gebruik kunnen
treden, dan, voor zoo veel betreft het gedeelte in gebruik geweest bij nu wijlen
Maria van den Berg, te half april achttien honderd twee en twintig, en zoo veel
aangat het gedeelte in gebruik bij de kinderen Vermeer, te half april achttien
honderd drie en twintig, zullende de verkrijgster echter ten haren periculen
kunnen invorderen en genieten, de huur van het laaste gedeelte, zoo over het
lopende jaar, als over dat met half april achttien honderd drie en twintig verschijnende.
De verkooper is eigenaar van het bij
deze verkogte, huis schop hof en erve, als hem zijnde aangekomen bij
successie van Gerardus Arnoldus Witlokx en Johanna Maria Arnoldus Witlokx,
ingevolge acte van verdeeling gepasseerd voor mij notaris den dertienden junij
achttien honderd een en twintig behoorlijk geregistreerd.
Zijnde dezen verkoop en koop geschied onder de verpligting
van de verkrijgster die zich verbind: 1. Om te zullen betalen de regten en
kosten, dewelke wegens dit kontrakt zullen worden verschuld, 2. Om te zullen
betalen de lasten en impositien van welken aard of natuur die zouden mogen zijn,
waarmede het voormelde huis schop hof en erve belast is of bij vervolg belast
zoude mogen worden, te reken van den eersten januarij dezes jaars achttien
honderd twee en twintig.
En bovendien voor eene somme
van negen honderd en tagtig guldens, dewelke de voornoemde verkooper heeft
erkend en verklaard, reeds voor dato dezes uit handen van de kooppersse weduwe
Adriaan Peijnenborg te hebben ontvangen, en waarvoor hij dus bij deze haar is kwitantie gevende.
Parthijen verkiezen voor de
uitvoering dezes, domicilie ten hunnen woonhuize binnen deze gemeente.
Gedaan en gepasseerd te Tilburg ten woonhuizen van de
comparante koopersse wijk Westheijkant, den elfden januarij achttien honderd
twee en twintig, in tegenwoordigheid van de heeren Gerardus Drabben
schoolonderwijzer en Johannes Norbart Castelijns, bakker, beide wonende te
Tilburg, als getuigens, die deze met de comparanten en mij notaris na gedane
voorlezing hebben getekend.