Compareerde voor mij Johan Adriaan van Meurs openbaar
notaris, residerende te Tilburg, kantons hoofdplaats, arrondissement van 's
Hertogenbosch, provincie Noord Braband, in bijwezen der getuigen hier na genoemd
1. Geertruijda Smarius weduwe van Cornelis
Timmermans spinster en
2. Johanna Smarius, in huwelijk met Johannes
Meeuwesen, droogscheerder mede comparante, en zijne genoemde huisvrouw ten deze
behoorlijk authoriserende is adsisterende, allen wonende te Tilburg, wijk
Westheikant, aan het Goirke.
Dewelken verklaarden te
hebben verkocht en alzoo bij deze wel en wettig over te dragen onder vrijwaring
als regtens, aan en ten behoeve van Antonius van der Vloet, hoefsmid mede
woonachtig te Tilburg, wijk Westheikant aan het Goirken, alhier aanwezig en in
koop aannemende:
Ieder derzelver geregte helft in alzoo
te zamen voor het geheel een huisje met aagelegen hof en erve, groot ongeveer
vier nederlandsche roeden, geteekend No. 671, staande en gelegen te Tilburg,
wijk Westheikant aan het Goirke; en belend oost Cornelis van Dijk, west de
straat, zuid de erven Gerard Smulders, noord een
waterloop.
Zo en in dier staat als hetzelve huisje en toebehooren zich
thans bevindt, zonder iets daarvan uittezonderen of te reserveren, verklarende
de kooper al het zelve ten zijnen genoegen te kennen en daarvan alzoo geene
naauwkeuriger beschrijving of aanduiding te
begeeren.
De verkoopsters zijn eigenaressen van voorschreven
verkochte goederen (zoo verklaarden zij) als hun aangkomen bij ruiling van
Nicolaas van Amelsfoort, blijkens akte gepasseerd voor den notaris Molengraaff
in bijzijn van getuigen den zeven en twintigsten augustus achttien honderd een
en twintig, behoorlijk geregistreerd en zulks tegen een onroerend goed, waarvan
dezelven bevorens eigenaressen waren geworden bij successie van Catharina de
Roij, weduwe van Francis Gerard Smarius, overleden te Tilburg den veertienden
maart achttien honderd vijftien, uit kragte van haar testament gepasseerd voor
genoemden notaris Molengraaff ten overstaan van vier getuigen binnen Tilburg den
negenden september achttien honderd dertien,
mede behoorlijk geregistreerd.
De eigendom dezer verkochte goederen gaat bij het passeren
deser aan den kooper over, zullende dezelve echter eerst in gebruik treden half april eerstkomende.
De grond en andere openbare
belastingen, gaan in voor des verkrijgers rekening, den eerste januarij achttien
honderd zeven en twintig.
De verkrijger neemt voor zijn
rekening alle zoo zichtbaren als verborgenen nadelige servituten, als aan welken
deze goederen zijn onderworpen, kunnende daartegen de voordelige doen gelden ...
echter ten zijnen
kosten.
Wijders is dit koop kontrakt
geslooten voor eene som van vier honderd gulden welke koopsom de
comparanten verkoopsters erkennen reeds voor het passeren dezes uit handen van
den kooper voornoemd te hebben ontvangen, kwiterende alzoo daar voor bij deze.
Waarvan akte.
Gedaan en
gepasseerd binnen Tilburg, ten kantore van mij notaris, den drie en twintigsten
october, een duizend achthonderd zes en twintig, in tegenwoordigheid van Hendrik
Smulders touwslager en Hendrik van den Houdt schoenmaker, beide wonende
binnen deze stad, als getuigen welke deze na gedane voorlezing met de
comparanten en mij notaris hebben
geteekend.