Compareerde voor mij Pieter Gerard Molengraaff, openbaar notaris residerende te Tilburg, kantons hoofdplaats, arrondissement van s'Hertogenbosch, provincie Noord Braband in bijwezen van de nagenoemde en ondergeteekende getuigen.
Peter Heerkens, landbouwer, zoo voor zich zelf uit eigen hoofde, dan als in huwelijk hebbende Maria Hendrica van Heijst, en dezelve Maria Hendrica van Heijst uit eigen hoofde, door voornoemde haaren man geassisteerd, en tot het navolgende geauthoriseerd, beide wonende te Tilburg, wijk Oostheikant.
Dewelke verklaarden te hebben verkocht, en bij deze onder vrijwaring als na regten aftestaan en overtedragen, aan en ten behoeven van Johannes Bertens landbouwer te Tilburg aan het Kraaijven, hier bij tegenwoordig en in koop accepteerende.
1. Een perceel teulland, groot ongeveer een en veertig roeden zeven en dertig ellen, gelegen te Tilburg aan het Kraaijven, belend oost de weduwe Adriaan Voskens, west de straat, zuid Jan Baptist van Riel, noord voornoemde weduwe Voskens en anderen.
2. Een perceel teulland, groot omtrent twintig roeden negenen zestig ellen gelegen als het voorgaande, en belend oost de straat, west Godefridus Vermeer, zuid Peter van Geloven en noord Arnoldus Bertens.
Zoo en in dien staat als de voorschrevene perceelen zich bevinden en gelegen zijn, zonder iets daar van uittezonderen of reserveren, verklarende de kooper dezelve wel te kennen, er mede tevreden te zijn, en daar van geene meerdere omschrijving of aanduiding te verlangen.
Om door de kooper in eigendom en gebruik te worden aanvaard te rekenen van heden af zullende de lasten voor zijne rekening ingaan met primo januarij achttien honderd achtentwintig.
Wijders is deze verkooping geschied voor de somme van twee honderd en tien guldens, welke koopprijs de verkoopers verklaarden reeds voor het passeeren en teekenen dezer uit handen van den kooper te hebben ontvangen, waar van dus kwitantie.
Waar van akte.
Gedaan en gepasseerd te Tilburg ten kantore van mij notaris den vier en twintigsten augustus des jaars achttien honderd zeven en twintig in bijwezen van Antonius van Woerkom messenmaker, en Peter van den Berg, nachtroeper, als getuigen beide wonende te Tilburg die deze minute benevens de comparanten en mij notaris na voorlezing hebben geteekend, echter met uitzondering van Maria Hendrica van Heijst, als hebbende deze verklaard niet te kunnen schrijven of teekenen.