Menu

Overige documenten

Ordonnantie Op het stuck van de brouweryen


ORDONNANTIE
Op het stuck van de
BROUWERYEN,
En van den ophef van den Impost op de
Bieren, ten platten Lande
van Brabant, ressort van desen
Staet.

Gearresteert den 10. Augusti 1716.

IN 'S GRAVENHAGE,
BY PAULUS SCHELTUS, ordinaris Drucker
van de Edele Mog. Heeren Raeden van Sta-
te der vereenighde Nederlanden.
Anno 1716.


ORDONNANTIE
Op het stuck van de
BROUWERYEN,
En van den ophef van den Impost op de
Bieren, ten platten Lande
van Brabant, ressort van desen
Staet.

Art. I.

Binnen anderhalf uur gaens van de besloote Steden sullen voortaen geen andere Brouweryen mogen wesen als Huysbrouweryen tot gerief der Ingezetenen / die haer Granen leveren tot het brouwen van Bier voor haer Huysgesinnen / sonder dat in de selve Brouweryen sal mogen op de koop gebrouwen werden / in het geheel / of ten deele / op de boete van hondert guldens wegens yeder Gebrouwte ten laste van den Brouwer.

II.

Buyten de voorschreve distantie van anderhalf uur gaens van de besloote Steden sullen soo Koop- als Huysbieren mogen gebrouwen werden / doch sullen geen Bieren mogen van daer gebracht werden / niet alleen na de voorschreve besloote Steden / maer selfs niet binnen de voorschreve distantie van anderhalf uur gaens van de selve / op de verbeurte van het Bier / en op de boete van vijf en twintigh guldens voor yeder vat / of ton / groot / of kleyn / ten laste van den Inbrenger.

III.

Alle de Brouwketels / en Kuypen / van de Brouwers ten platten Lande / geene uytgesondert / sullen moeten geeyckt werden na haer volle grootte / of Watereyck / door een gezwooren Eyckmeester / ten overstaen van den Officier van de Plaets / en van een of twee Gecommitteerden van 't Brouwers Gilde van de naeste besloote Stadt; sonder dat een Brouwketel / of Kuyp / eens ge-eyckt zijnde / sal mogen vergroot werden als met kennis van het voorschreve Gilde / alles op de boete van twee hondert guldens wegens yeder Brouwketel / of Kuyp / welcke na den laetsten September deses jaers 1716. sal gevonden werden niet in voegen als boven ge-eyckt / of / ge-eyckt zynde / sonder kennis als boven vergroot / te wesen: En sal den Officier van de Plaets gehouden zijn te geven aen den Pachter van den Impost op de Bieren ten ingangh van de pacht een getekende Lijst van de eyck der Brouwketels.

IV.

De Brouwkeetels in voege als boven ge-eyckt zijnde op een vast getal van tonnen / sullen de Brouwers niet minder of meerder mogen brouwen als de vastgestelde quantiteyt van tonnen waer op de Keetels ge-eyckt zijn: en sullen gehouden wesen haer Gebrouwten te verantwoorden op de wyze hier na volgende.

V.

De Koopbouwers sullen moeten verantwoorden aen den Pachter haer Gebrouwten / gerekent op de voorschreve vastgestelde quantiteyt van tonnen / met de Billetten / waer op sy de Bieren uytgelevert hebben / of met de Bieren selve / voor soo veel die noch niet souden mogen uytgelevert wesen: en by faute van dien Tappers Impost betalen van de Bieren / waer van sy de Billetten niet sullen exhiberen: boven de boete van het generael Placaet.

VI.

De Huysbouwers / waer van gesproocken is in het eerste Articul / sullen insgelijcks den Impost van de volle Keetel moeten verantwoorden aen den Pachter / binnen veertien dagen na het onderstoocken / met de Billetten van den Pachter ten behoeve van de geene / voor welcke sy t'elckenmale volgens de gedane aengevingh gebrouwen hebben: en sullen insgelycks moeten Tappers Impost betalen van de Bieren / waer van de Billetten sullen manqueren / boven de boete / by het eerste Articul gestatueert.

VII.

Alleen sal de verantwoordingh der volle Brouwkeetels / waer van gesproocken werdt in de drie voorgaende Articulen / geen plaets hebben omtrent de Bieren / welcke gebrouwen werden van half Mey tot den laetsten Augusti / waer omtrent de Brouwers sullen volstaen met de verantwoordingh van soo veel tonnen / als sy effectivelyck sullen brouwen / mits observerende voor de rest den inhoudt deser Ordonnantie / en specialijck mede de tiende en elfde Articulen / op de boeten / by de voorschreve Articulen gestatueert / boven die van het generael Placaet.

VIII.

De Koop- en Huysbrouwers sullen vry zyn van den Impost voor de Gebrouwten / of tonnen / welcke voor donder of andere diergelijcke toevallen / mislucken ende onleverbaer werden; het geen subject sal wesen aen de proef en oordeel van den Officier en twee Schepenen / ten overstaen van den Pachter.

IX.

Niemandt sal mogen een nieuwe Brouwerye opregten / sonder voorsien te wesen van een Acte van admissie van den Raedt van State / welcke de selve sal verleenen na ingenomen advis van den Officier en Regenten van de Plaets: en sullen de Brouwers / soo jegenwoordige / als toekomende / moeten zweeren / soo meenighmael als het sal gerequireert werden door den Officier / of oock door den Pachter op het ingaen van de pacht / dat sy hen preciselyck sullen reguleren na de bovenstaende / en volgende / Articulen / mitsgaders na de Ordonnantie van den Impost op de Bieren ge-emaneert / of noch te emaneren / voor soo ver die niet daer mede strydigh is: alles op de boete van het generael Placaet wegens yeder Gebrouwte / welck een Brouwer sal gebrouwen hebben / sonder gedaen te hebben de voorschreven eedt / na daer toe te wesen gerequireert in voegen als boven: mitsgaders voor yeder Gebrouwte / gebrouwen in een Brouwerye / van nieuws opgerecht sonder voorgaende Acte van admissie.

X.

De Brouwers / soo Koop- als Huysbrouwers / sullen niet mogen onderstoocken / sonder alvoorens door een Billet van haer handt / daer van aen den Pachter of den Collecteur van den Impost op de Bieren / behoorlijcke aengevingh te hebben gedaen / met expressie van den tydt wanneer de selve voornemens zyn onder te stoocken / op een boete van vijf en twintigh guldens.

XI.

De Brouwers / soo Koop- als Huysbrouwers / sullen niet mogen Gyl breecken / of het Bier vaten / of tonnen / sonder alvoorens daer van aen den Pachter / of den Collecteur / behoorlijcke aengevinge te hebben gedaen / met verklaringh / voor soo veel aengaet de Huysbrouwers / voor wie het selve Bier gevaet / ofte getont sal werden; en dat vervolgens door den Pachter / ofte Collecteur / een behoorlijck Billet voor yeder der Participanten in het selve Brouwt / nevens het ontfangen van 's Landts Impost / sal uytgegeven wesen. Ende sullen wijders alle die geene / ten wiens behoeve de voorschreve Billetten zijn uytgegeven / gehouden zijn / binnen vier en twintigh uuren na den inslagh der Bieren / het zy by monde in Persoon / of by geschrifte / te verklaren / en op te geven / ten Comptoire van den Pachter van den Impost / hoe veel Bier sy yeder uyt het voorsz Brouwt hebben ontfangen: of by nalatigheyt van dien / ofte van eenige der voorschreve precautien / sal soodanigh Persoon / of Persoonen / gehouden zyn / andermael den voorschreven Impost te voldoen / ende boven dien een boete van vyftigh guldens.

XII.

De Huysbrouwers sullen voor niemandt mogen brouwen / directelijck / ofte indirectelyck / als alleen voor de geene / die daer toe haer eyge Granen / en haer eyge Vaetwerck hebben gelevert: welck Vaetwerck ten minsten met de twee voorste Letters van den naem van de Eygenaer der Tonnen / en Vaten / sal moeten wesen geritst / gebrandt / of geverft / op de boete van tien guldens voor yeder Ton.

XIII.

De Huysbrouwers sullen het Bier niet mogen vaten / als in de voorschreve geritste / gebrande / of gemerckte eyge Tonnen / en aen niemandt anders eenigh Bier mogen t'huys senden / als alleen aen die geene / ten wiens behoeve het Bier gebrouwen / getont / aengegeven / ende den Impost voldaen sal zijn / op poene / dat die geene / die in het een / of ander / het contrarie sal komen te doen / het zy Brouwer / of Vervoerder / sal vervallen in de boete van het generael Placaet / boven en behalven de verbeurte van de Kar / Wagen / en Paerden / Schip / of Schuyt / daer mede het transport soude mogen geschieden.

XIV.

De Huysbrouwers sullen geen Bieren mogen versenden buyten de Plaets / of Dorp / tot welcker dienst de Huysbrouweryen sullen werden geadmitteert / op poene / als in het voorgaende Articul is ter nedergesteldt; en sullen tot de aenhalingh / ende tot de boete / jegens soodanige vervoeringh ofte versendingh gestatueert / boven de Officieren / of Pachters van het District van de vervoeringh / of versendingh / mede gequalificeert wesen alle Officieren / Pachters ofte Collecteurs van alle andere Districten / en een yeder van haer / die de aenhalingh sal komen te doen.

XV.

De Huysbrouwers sullen geen Bieren mogen verkoopen / of leveren / ende vooral niet aen Herbergiers / of Tappers / noch oock aen eenige Gildens / Uytvaerten / Fooy- en Quantselbieren / of aen eenige andere Collegien / ofte Versamelingen / van diverse Persoonen; alles direct of indirect / mede op de boete en poene / in het elfde Articul ter nedergestelt.

XVI.

Niemandt / wie hy zy / sal sijn eyge gebrouwe Bieren mogen overlaten / toesenden / of andersints laten toekomen / in het geheel / of ten deele / het zy dat de selve reets ingeslagen zijn / of niet / aen Herbergiers / Waerden / Tappers / of oock andere Ingezetenen / directelijck / ofte indirectelijck / op de boete van het generael Placaet / en op arbitrale correctie / na gelegentheyt van saken.

XVII.

De Koopbrouwers sullen geen Bieren mogen uytleveren / om vervoert te worden buiten de Plaets / of Dorp / sonder dat voor het afladen of vervoeren van de Bieren de Voerman / Schipper of ander Persoon / die de selve Bieren sal komen halen / in Persoon ten Comptoire / binnen de Plaets of Dorp / alwaer de Bieren gebrouwen zijn / gehouden wordende / sal hebben aengegeven sijn regte naem / en woonplaets / mitsgaders de Brouwerye / ende de quantiteyt / en qualiteyt / van de Bieren / welcke hy sal willen laden / als mede de Plaetse daer hy de voorschreve Bieren meendt te voeren / ende te lossen / welverstaende met uytsluytingh der Plaetsen / waer heen de Bieren niet mogen versonden worden / volgens het bovenstaende tweede articul: en sonder dat hy daer van sal genomen hebben een behoorlijck Biljet / of Pasport / na gelegentheyt van de Stadt / of Plaets / daer heenen hy voornemens is de voorschreve Bieren te voeren / op een boete van twee hondert guldens / soo by den Brouwer als by den Voerman / Schipper / of anderen Vervoerder te verbeuren / boven de verbeurte van de Bieren / Rytuygen of Vaertuygen / mitsgaders boven de boete van het generael Placaet.

XVIII.

De Voerman / Schipper / of anderen / welcke soodanige Bieren geladen heeft / sal binnen veertien dagen / ofte uitterlyck binnen een maendt na dato / by wettelijcke Attestatie / ofte Biljet van den Pachter van de Plaets der lossinge / ten Comptoire van de Plaets van de ladingh moeten doen blijcken / dat de selve Bieren ter eerst gemelde Plaets zijn aengekomen / gelost / ende opgeslagen / op de verbeurte van de waerde der ingeladen Bieren / ende op een poene van hondert guldens.

XIX.

Tot meerder verseeckertheyt sal de Voerman / Schipper / ofte ander Vervoerder / gehouden zijn den impost van de te vervoeren Bieren by provisie te namptiseren ten Comptoire voornoemt / of wel daer voor goede en bondige cautie te stellen. Sullende de genamptiseerde penningen aen hem op sijn wederkomst by het vertoonen van de voorschreve Attestatie / ofte Biljet / werden gerestitueert / ofte de gestelde cautie werden vernietight.

XX.

Indien de Pachter van de Plaets van de uytleveringh / ofte sijne Commis / suspicie heeft / dat het voorschreve Biljet / ofte Attestatie / niet oprecht / maer vals / ofte qualyck verkregen is / sal den selve mogen daer op enqueste ende ondersoeck doen / ende sulcks soodanigh bevonden wordende / sal den Voerman / Schipper ofte andere Vervoerder verbeuren een boete van twee hondert gulden / ende daerenboven arbitralijck worden gecorrigeert.

XXI.

Den Pachter / Medestander / Commis / ofte Collecteur van den Impost op de Bieren / die het Comptoir houdt / sal van de voorschreve provisionele namptisatie / of van het stellen der voorsz cautie / niemant / wie hy zy / mogen verschoonen / op poene / dat die geene / die contrarie doet / telckens sal verbeuren / wegens yeder Persoon / ten behoeve van den Officier der Plaets van de uytgeleverde Bieren / een boete van vyftigh guldens / sullende ten eynde voorschreve naer de uytleveringh ende vervoeringh van soodanige Bieren in cas van suspitie aen den Officier moeten aentoonen by het Collectboeck ofte andersins / dat den impost genamptiseert / ofte de voorschreve cautie gestelt is.

XXII.

Geen Brouwers / soo Huys- als Koopbrouwers / sullen mogen Herbergh of Tapneeringh houden / ofte gelagen setten / of Paghters / Medestanders / of Collecteurs wesen van den Impost op de Bieren / op de boete van het Generael Placaet / en op privatie van haer Brouwneeringe in conformiteyt van het generael Placaet.

XXIII.

Voorts sullen de Brouwers / soo Koop- als Huysbrouwers / sigh moeten reguleren na de Ordonnantie op den impost op de Bieren / in alle pointen en articulen / welcke niet stryden met eenige van de bovenstaende articulen. Aldus gedaen en gearresteert in den Hage den 10. Augusti 1716.

  Was geparapheert /

D. D. Kempenaer, vt.

Onder stondt/

Ter ordonnantie van den

Raed van State der ver-
eenigde Nederlanden.

Getekent/

S. van Slingelandt.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832