Menu

Overige documenten

Schut-Reglement voor de Heerlijkheid Tilborg en Goirle


Extract uit het Register der Resolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden

Martis den 27 February 1781

Is gehoord het Rapport van de Heeren de Cocq van Haaften, en andere Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de Meijerye van 's Bosch, hebbende, ingevolge en ter voldoening aan derzelver Resolutie Commissioriaal van den 1 Augusty des gepasseerde Jaars, met en nevens eenige Heeren gecommitteerden uit den Raad van Staate, geexamineert de Requeste van den Drossard, President en Schepenen der Heerlykheden Tilborg en Goirle, Kwartiere van Oisterwyk Meijerye van 's Bosch, houdende, dat de Supplianten in hunne gemelde qualiteit van tyd tot tyd, meer en meerder klagten voorkwamen, over het geweld, schade en ruine dagelyks gepleegd wordende met het dryven en hoeden van Beesten en Schaapen, op of in eens anders Teul-Landen, Weiden, Beemden, Turf-Velden en Bosschen; Dat zy, tot sluiting van dusdaanige ongepermitteerde geweldenaryen, rooving en ruines van de Vrugten des Velds, welke de goede Lieden met zwaaren arbeid en kosten op gemelde hunne Landen, zig moesten procreeren, en waar van veeltyds, naar aftrek der Lasten en Pachten, nog weinig voor haar kwam over te schieten, om dezelve zoo veel doenlyk in 't rust en vreedig gebruik van die hunne eigene ofte gehuurde Erven te maintineeren, onder welduiding en approbatie van Haar Hoog Mog. en in navolging van andere nabuurige Heerlykheden, speciaal van die van St. Michiels-Gestel, by Haar Hoog Mogende gunstiglyk geapprobeerd den 16 Maart 1756, ook geconcipieert en beraamd hadden een zoodaanig Reglement als zy na de situatie en geleegenheid der gronden, onder haare Jurisdictie, ten besten der goede Ingezetenen en Gelandens, oordeelden te behooren: Zynde het zelve nevens de voors. Requeste gevoegd; Verzoekende de Supplianten daar op Haar Hoog Mogende approbatie in communi forma.
Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verstaan te arresteeren het Concept Schut-Reglement voor de Heerlykheden Tilborg en Goirle, zoodaanig als het zelve hier na is geinsereert, en dat het zelve aan de Supplianten zal worden toegezonden, ten einde binnen de gem. Heerlykheden te werden geobserveert en naargekomen, en met Last, om 't zelve ter Griffie van de Leen en Tolkamer te 's Hertogenbosch te doen registreeren.

Schut-Reglement voor de Heerlykheid Tilborg en Goirle.

Art. 1.

Niemand zal na de Publicatie deezer, zyne Schaapen mogen laten weiden anders als op zyn eigen land, of het geene hy in huure gebruikt; en op de Gemeente.

2.

Op de Gemeente zullen alle de Schaapen mogen geweid worden van den eersten October tot half Maart, en voor of na die tyd niet.

3.

Door de Gemeente of graasen, alwaar geweid mag worden, worden verstaan die vlaktens, welke buiten den circul of omtrek der gecultiveerde Landen zyn, maar geensints de Straaten of Weegen tusschen de Huizen en langs de Erven.

4.

Al wie op een andermans Grond of Erve met zyne Schaapen weidende bevonden word, op wat tyd van het Jaar, zonder schriftelyk consent of bywezen van den Eigenaar, of op de Gemeente buiten de voorsz. bepaalde tyd, die zal met zyn Vee aan het regt van Schutten en Poenaliteiten hier in gemeld, subject zyn.

5.

En alzoo weidende bevonden wordende, verpligt zyn het schriftelyk consent van den Eigenaar aan den Schutter te vertoonen.

6.

Niemand zal met zyne Schaapen in eenige Straaten of Weegen tusschen de gecultiveerde Erven of Plantagien mogen komen, dan alleen in de Straat of Weg, welke direct van de Stal na de Gemeentens Heide leid, of loopt; wanneer zy alleen dezelve daar door zullen mogen dryven, zonder zig op te houden om langs de Kanten of Haagen te weiden.

7.

Ook zal men tusschen de voorsz. Erven of Plantagien mogen komen met de Schaapen op een andermans Land, om in den Voortyd het Koorn aldaar af te weiden, gelyk wel gebruikelyk is, mits zulks geschiede onder de praecautien, namentlyk in bywezen of met consent van den Eigenaar of gebruiker van het Land, en de Schaapen onderweg niet worden opgehouden om te graasen.

8.

Ook zal ten tyde, wanneer de Schaapen gewassen worden, geoorlofd zyn dezelve zoo lang op de Gemeente te laaten loopen, tot zy wederom droog zyn.

9.

Niemand zal ook eenige andere Beesten laten loopen in een ander Turf-, Hooij-, Teul-, Wey-land of Bosschen, of derzelver Kanten daar mede doen afweiden, ten zy met schriftelyk consent van den Eigenaar of gebruiker als hier voor.

10.

Ook zullen de Beesten op de Graazen vande Gemeentens-gronden langs de Straaten en Wegen, tusschen de Huizen of Erven alleen mogen weiden, als zy met Touwen gehoed en bewaard worden.

11.

Namentlyk op het vlak van den Heuvel, op het Ven, Korvel, het Goirken en diergelyke kleine grazingen in den binnen van het Dorp, welke dienen tot nuttig gebruik in de Fabriq der Wolle Laakenen als het droogen van de Wolle, en Wolle gaarens en het blyken van Linnen.

12.

En op dat het geene voorsz. is exactelyk nagekomen werde, zoo zal het aan een ieder vrijstaan, om de Schaapen of andere Beesten, welke hy contrarie aan voorsz. gestatueerde in zyn eigen of gehuurd Land, ten bywezen van twee geloofwaardige Getuigen weidende bevinden sal, te Schutten of in de Schutkooy te brengen.

13.

En ingeval eenig Vee, het welk men wilde Schutten door den Eigenaar of Herder van het zelve mogt worden ontjaagd, zal nietemin de na te meldene Boete of Schutgeld van ieder Beest betaald moeten worden.

14.

Echter zal den Eigenaar van het Land niet vermogen het Vee van zyn Land zoodanig af te jaagen, of te slaan, dat het zelve daar door eenig letsel bekome, zullende hy in dien gevalle gehouden  zyn den Eigenaar van het Beest de schaade te vergoeden.

15.

En worden de geswooren Schutters, Vorsters, en Dienaars van de Justitie by deezen geauthoriseert en gelast, om op de contraventien tegen dit Reglement te vigileeren, en de Schaapen of Beesten alzoo weidende bevindende in de Schutkooy te brengen, aan den Drossard van de gedaane Schutting ten spoedigsten kennis gevende; zullende ieder afzonderlyk op den Eed in den aanvang zyner bediening, geloof meriteeren.

16.

Aanstonds na de invoegen voorsz. gedaane Schutting, zal den Vorster verpligt zyn daar van behoorlyke denuntiatie of weete aan den Eigenaar van het Vee te doen, met requisitie, om het zelve te komen lossen.

17.

En zal dezelve als dan vervallen zyn en betaalen moeten de Boete of Schutgeld van 10 Stuivers voor elk Paard, 15 Stuivers voor elk Rund-Beest, en voor elk Schaap en ander Beest alhier niet genoemd 3 Stuivers, mitsgaders de Onkosten van Assistentie en het Regt van Sluiten en Ontsluiten (des noods) ter taxatie van Officier en Schepenen van Tilborg, byaldien de gecalangeerde zig met de bereekening van het een en ander zoude mogen bezwaard vinden.

18.

En de Schutting by nagt, dat is een uur na Zonnen ondergang en een uur voor Zonnen opgang geschiedende, eens zo veel, voor zoo ver de Boete of 't Schutgeld aangaat.

19.

Den Eigenaar of Huurder van het geschutte Vee voor het ingaan van den nagt of voor het eindigen van dezelve, de lossing doende, zal met voorsz. Schutgeld en Onkosten als vooren, volstaan, boven en behalve het Salaris van Vorster, wegens zyne gedaane aanzegging volgens zyn Reglement, en gereserveert aan den Eigenaar van het Land de vergoeding der schaade door het geschutte Vee veroorzaakt, des noods ter taxatie en moderatie van Officier en Schepenen, zonder meer.

20.

Indien den Eigenaar van 't geschutte Vee niet mogte bekend zyn, of dat dezelve binnen 24 uuren na de aanzegging het zelve niet hadde gelost, zoo zal door den Vorster met voorkennis van de Drossard by Publicatie en Affixie aan den Volke bekendmakinge werden gedaan met aankondiging dat het geschutte Vee, na verloop van driemaal 24 uuren tot verhaal der Boete of Schutgeld en verdere Kosten publicq zal worden verkogt.

21.

Indien den Eigenaar van het geschutte Vee, het zelve voor de verkooping lost, zal ... volstaan met de betaaling van het by Art. 17 en 18 bepaalde Schutgeld, het gewoone Salaris van den Vorster voor de gedaane aanzegging en publicatie, mitsgaders voor het oppassen en Voeder binnen 24 uuren, voor ieder dag en nagt, van een Paard 12 Stuivers, van een Rund-Beest 8 Stuivers, van een Schaap, Varken of Ezel 4 Stuivers, boven en behalven de schaverhaling van den Eigenaar des Lands, mitsgaders de Onkosten als vooren.

22.

Het geschutte Vee binnen den bepaalden tyd van driemaal 24 uuren in voegen voorsz. niet gelost zynde, zal den Drossard het zelve door den Secretaris ten overstaan van Officier en Schepenen publicq en voor alle man laaten verkoopen.

23.

En zal uit de Kooppeningen moeten betaald worden het Schutgeld met de Onkosten als vooren, Voeder en Bewaar-geld, mitsgaders de onvermydelyke Jura of Kosten op het doen der publikatie en verkoopinge gevallen, als mede de schaade aan den Eigenaar van het Land, door het geschutte Vee veroorzaakt, ter taxatie van Officier en Schepenen.

24.

De overschietende Penningen zullen ter Secretarye worden geconsigneert, om door den Eigenaar aldaar te worden geligt, en in cas van te kort koming blyft den Eigenaar van het Land zyne Actie tot schaverhaling, tegen den Eigenaar van het Vee gereserveert.

25.

De Boete of Schutgeld van de geschutte Beesten, zal voor de eene Helft genooten worden by den Drossard en voor de andere Helft by den Schutter, Vorster, of Dienaars der Justitie, welke zelfs, of op aangeeving van een ander, de Schutting gedaan zal hebben.

26.

Dit Reglement zal Jaarlyks voor den eersten Maart by Publicatie aan den Volke bekend gemaakt moeten worden.

(was geparapheert)
G.J.D. PALLANDT
(onder stond)
Accordeert met voorsz. Register.
(was geteekend)
H. FAGEL.

(In margine stond)
Geregistreerd ter Griffie van de Leen en Tolkamer te 's Hertogenbosch, in het Register der Resolutien tot Instructie van dezelve Kamer dienende, en aldaar op den datum wanneer deeze Resolutie genoomen is.
(Was getekend)
J.H. VAN HEURN.


Te 's HERTOGENBOSCH, by C.A. VIEWEG, Stads-Drukker in de Vugterstraat 1781.



Zoeken in website: De Hasselt voor 1832